maandag 6 februari 2012

IFFR 2012 (2)

 Vandaag officieel de laatste dag van IFFR 2012. Gewoontegetrouw de Volkskrantdag. Duizenden abonnees van de Volkskrant en hun vrienden hebben elk 43 euro’s neergeteld om in het ijskoude, besneeuwde Rotterdam 5 films te gaan zien. Van 10 uur in de ochtend tot 10 uur in de avond.  Ik hoef vanmiddag pas om half vijf te werken (vrijwilliger voor het IFFR). Nog voor twee films de toegangskaarten scannen en dan is het ‘schluss’ voor het  IFFR 2012.


Ik ga, zeker weten, nooit meer als IFFR vrijwilliger in Cinerama werken. Van de tien shifts die ik dit jaar moest draaien waren er negen in Cinerama en allemaal compleet SHIT! Eén shift deed ik in Luxor en die was in één woord grandioos! Geweldig leuke, behulpzame, coöperatieve collega vrijwilligers.  Dat was nog eens een lekkere ‘shift’. Het was tevens de enige lekkere shift in tien dagen IFFR: die ene avond in Luxor.  
In Cinerama was helaas het aantal enge collega’s groter dan het aantal leuke. Er heerst daar een naargeestige, benepen vrijwilligerskliek, die voordat je ze er überhaupt naar gevraagd hebt laat weten dat ze al 5, 6, 7, 8, 9, 10 of 80 jaar werken voor het IFFR en dan ook nog al die jaren in  Cinerama. Het zou me niks verbazen als de kliek ook nog eens ergens in de Cinerama kelder ging liggen pitten.
Ik probeerde eens mee te doen aan een gesprek dat de kliek gezellig onder elkaar voerde over de film ‘Shame’. Toevallig zag ik die film ook. De kliek vond het een gore pornofilm. Ik zei dat ik het daar totaal mee oneens was. Hoewel ik dat toch luid en duidelijk zei, was de enige reactie van de kliek: mij smalend aankijken, net doen of ze niks gehoord hebben en gewoon doorgaan met het Shame-gesprek.  Zo werd ik werd dus buitengesloten en niet alleen ik, ook de andere Cinerama-nieuwelingen. Die werden geacht zich maar met elkaar te vermaken. Nu waren er godzijdank wel enkele grappige nieuwelingen (waaronder ikzelf), dus dat compenseerde het drakerige gedrag van de ouwe hap enigzins. 
Een van de andere grappige nieuwelingen was Trees, een vrouw van mijn leeftijd, een zestiger dus, die net als ik, in Spangen opgegroeid was. Heerlijk nostalgisch heb ik met Trees herinneringen zitten ophalen aan het Spangen  van de 50-er jaren van de vorige eeuw: de pont over de Schie, de locomotief over het spoor langs de Spaanse Bocht, de drukte bij Sparta, de altijd ijskoude Sint Nicolaaskerk, Ferry, de lekkerste ijsboer van de wereld, gevestigd in de van Lennepstraat en zo kan ik nog wel even doorgaan.   


Wat die ouwe-hap-kliek nog meer meende te kunnen uitmaken is: de taakverdeling. Van overleg kon absoluut geen sprake zijn. In het eerste kwartier dat ik er werkte ontving ik al snel de volgende ouwe-hap-opdrachten:
‘Ga jij maar de kaartjes voor de publieksprijs uitdelen aan de bezoekers.’
‘Ga jij als de film begint maar bij de nooduitgang daar links beneden zitten.’ (ijskoud daar)
Bij alletwee de opdrachten was de impliciete boodschap van de oude happer Roel: ik doe hier  het leuke werk (scannen), onder prettige omstandigheden (lekker warm) en ik zit op de beste gereserveerde stoel. Hij wist niet wat overleg was. Die eerste dag liet ik me daardoor overdonderen maar de volgende dagen gaf ik de ouwe hap geen kans meer. Als ik wilde scannen zorgde ik dat ik de scanner had. Als ik warm wilde zitten zei ik vooraf doodleuk:
'Ik zit daar!' Beetje doordrukkerig werd ik toen misschien wel? Maar ach, anders kon het haast niet want overleg kende ze immers niet. Mijn gedrag kwam aan sfeer niet ten goede. Maar als ik alsmaar over me heen zou laten lopen, was dit IFFR voor mij een klote IFFR geworden. 


De actie van ouwehapzaalwacht Ricky (30) sloeg alles. De stoom kwam uit zijn oren toen hij uit de filmzaal op mij afstormde. Ik vreesde heel even voor mijn leven:
‘Waarom laat jij godverdomme steeds maar weer bezoekers toe, man. Je weet toch dat de zaal  helemaal vol zit.’ Ik zei hem dat ik daar niet van op de hoogte was. Dat ie effe moest dimmen. Dat ik niet op zo’n boze en verwijtende toon aangesproken wens te worden. Temeer niet omdat niet ìk de bezoekers binnen liet maar Job, onze baas. Op het moment van Ricks tirade tegen mij stond Job twee passen van ons af. Nu wendde Ricky zich tot Job. Nooit iemand zo snel zien omslaan van boos verwijtend naar lik-lik-slijm-slijm. Voor de baas boog Ricky als een knipmes. Sindsdien trouwens ook voor mij. Geen problemen meer gehad met die jongen. Hij kijkt me schuldbewust aan, net zoals mijn trouwe hond Sita dat deed als ik hem een corrigerend tikje had gegeven. Beetje bangig lachend, zei Ricky me nadien steeds gedag. Ach ja, die Ricky.


Al die jaren dat ik als vrijwilliger werkte voor IFFR, met name in LantarenVenster, was de sfeer top! Nooit zulke rare onderlinge fricties  meegemaakt als die in Cinerama. In zo'n verziekte sfeer ga ik niet meer werken. 


Zo probeerde ik eens mee te doen aan een gesprek dat de kliek gezellig onder elkaar voerde over de film ‘Shame’. Toevallig zag ik die film ook. De kliek vond het een gore pornofilm. Ik zei dat ik het daar totaal mee oneens was. Hoewel ik dat toch luid en duidelijk zei, was de enige reactie van de kliekgroepsleden: mij even aankijken, vervolgens elkaar enigszins geamuseerd aankijken, net doen of ze niks gehoord hebben en gewoon doorgaan met het Shame-gesprek.  Zo werd ik werd dus buitengesloten en niet alleen ik, ook de andere Cinerama-nieuwelingen. Die werden geacht zich maar met elkaar te vermaken. Nu waren er godzijdank wel enkele grappige nieuwelingen (waaronder ikzelf), dus dat compenseerde het drakerige gedrag van de ouwe hap enigzins.
Een van de andere grappige nieuwelingen was Trees, een vrouw van mijn leeftijd, een zestiger dus, die net als ik, in Spangen opgegroeid was. Heerlijk nostalgisch heb ik met Trees herinneringen zitten ophalen aan het Spangen  van de 50-er jaren van de vorige eeuw: de pont over de Schie, de locomotief over het spoor langs de Spaanse Bocht, de drukte bij Sparta, de altijd ijskoude Sint Nicolaaskerk, Ferry, de lekkerste ijsboer van de wereld: in de van Lennepstraat en zo kan ik nog wel even doorgaan.   

Wat die ouwe-hap-kliek nog meer meende te kunnen uitmaken is: de taakverdeling. Van overleg kon absoluut geen sprake zijn. In het eerste kwartier dat ik er werkte ontving ik al snel de volgende ouwe-hap-opdrachten:
‘Ga jij maar de kaartjes voor de publieksprijs uitdelen aan de bezoekers.’
‘Ga jij als de film begint maar bij de nooduitgang daar links beneden zitten.’ (ijskoud daar)
Bij alletwee de opdrachten was de impliciete boodschap van de oude hapheer: ik doe hier  het leuke werk (scannen), onder prettige omstandigheden (lekker warm) en ik zit op de beste gereserveerde stoel. Hij wist niet wat overleg was. Van het woord overleg  hadden hij klaarblijkelijk nog nooit gehoord. Die eerste dag liet ik me daardoor nog wat overdonderen maar de volgende dagen gaf ik de ouwe hap geen kans meer. Als ik wilde scannen ging ik zelf de scanner halen en als ik warm wilde zitten maakte ik dat al bij voorbaat bekend. Beetje doodrukkerig werd ik toen misschien? Maar ach, overleg kende ze immers toch niet. Sfeerverhogend werkte mijn gedrag weliswaar niet. Maar als ik over me heen had laten lopen ik  was dit IFFER een klote IFFER geworden voor mij.

De actie van ouwehapzaalwacht Ricky (30) sloeg alles. Als een briesende leeuw stormde hij plotseling uit de filmzaal waarbij we beiden zaalwacht waren. Ik vreesde even voor mijn leven:
‘Waarom laat jij godverdomme steeds maar weer bezoekers toe, man. Je weet toch dat de zaal  helemaal vol zit.’ Ik zei hem dat ik dat wist. Dat ie effe moest dimmen. Dat ik niet op zo’n boze en verwijtende toon aangesproken wens te worden. Temeer niet omdat niet ìk de bezoekers door liet gaan maar Job, onze baas. Op het moment van Ricks tirade tegen mij stond Job twee passen van ons af. Nu wendde Ricky zich tot Job. Nooit iemand zo snel zien omslaan van boos verwijtend naar lik-lik-slijm-slijm. Voor de baas boog Ricky als een knipmes. Sindsdien trouwens geen problemen meer gehad met die jongen. Hij kijkt me schuldbewust aan, net zoals mijn trouwe hond Sita dat deed als ik hem een corrigerend tikje had gegeven. Beetje bangig lachend, zegt Ricky me dan gedag. Ach ja, Ricky.

Al die jaren dat ik als vrijwilliger werkte voor IFFR, met name in LantarenVenster, was de sfeer top! Nooit zulke onderlinge fricties  meegemaakt als in Cinerama. Zo wil ik het nooit meer. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten