Toen mijnheer Duchamps die
ochtend, zonder bericht, niet op school
verscheen, was dat geen reden om alarm te slaan. Hij was nooit ziek, dus het
meest voor de hand liggende was, dat hij
‘voor de brug stond te wachten’. Alleen …. hij bleef de hele dag weg en ook de
volgende dag kwam hij niet opdagen.
Niemand op school wist
eigenlijk iets van het privéleven van de heer Duchamps … Duus werd hij genoemd
.. een ongelooflijk lieve, zachtaardige leraar (wiskunde). Was hij getrouwd?
Had hij kinderen? We konden het ons haast niet voorstellen. Hij was zo lelijk als
hij aardig was … een lange magere man, ongeveer 35 jaar oud, met een lijkbleek
gezicht vol ouderdomsvlekken en een scheef mondje met abnormaal uitstulpende lippen.
Op zijn schedel zaten hier en daar wat
slierten haar. We zagen hem nooit op de
fiets of in de auto… hij kwam altijd lopend
… hij woonde vast in de buurt van de school. Met zijn karakteristieke ‘Piet Por - passen’ dook hij nu eens in de ene, dan weer in
de andere zijstraat op, in de richting van de Hemelvaartsingel, waar het Jodocus
- College stond.
‘Is dat niet een leraar
bij jullie op school?’ vroeg mijn
moeder, toen ik aan de ontbijttafel in de woonkamer mijn algebra-huiswerk
zat te doen.
‘Wie?’ vraag ik.
‘Ja, ene Duchamps,’ zei
mijn moeder ‘… die naam komt me toch zo bekend voor.
‘Mijn leraar algebra.’
‘O, ja, die fragile lange
man. Heel vriendelijk. Ik weet het weer. Je was gezakt voor je
toelatings-examen en toen ben ik daar gaan praten. Heb ze verteld dat je een
hele slimme jongen bent en dat zenuwen je waarschijnlijk de das om hebben
gedaan …. Duchamp ….. hij nam zelf je herexamen ook af en je werd alsnog toegelaten.
Aardige man.’ zegt ze.
‘Hij is al twee dagen niet
op school, is hij dood of zo?’ vraag ik een beetje provocerend, net alsof in
haar niet serieus neem.
‘Zeg, houd jij eens op … bijdehandje
… over hèm staat niks in de krant, alleen over zijn zoontje Antoine, van
zeven, nu al drie dagen vermist is. Wat
moeten die ouders in een vreselijke angst leven. Wat een kwelling!’
Ik had helemaal geen zin
om me druk te maken dat ventje.
‘Ach mam, dat knulletje komt
heus wel weer boven water,’ zei ik …oeps! Dat had ik beter niet kunnen zeggen
geloof ik want mijn moeder gooide een klosje garen naar mijn hoofd. Raak!
‘Houd je een beetje in snotneus.’
Het duurde toen toch nog
tien dagen eer Antoine D. levenloos werd aangetroffen op nog geen vijfhonderd
meter van het Jodocus. Misbruikt en gewurgd.
Heel slinks had de moordenaar het knulletje begraven in het Park … in
dicht struikgewas, vlak bij het standbeeld van de Rotterdamse dichter Tollens.
De aanwezigheid van vrijwel
alle leerlingen en leraren van het Jodocus moet een grote steun zijn geweest
voor Duus. Een geknakt man stond achter het kleine witte kistje dat weldra ter
aarde besteld zou worden. De vrouw aan zijn zijde, klein, stevig en kordaat
ogend (zijn vrouw?) moest Duus er met alle kracht van weerhouden zich op het
kistje te werpen.
Pas vier maanden later
kwam een tip binnen, die leidde tot de aanhouding van Lucas H., kappersbediende
van kapsalon ‘Gedekt?’ De kapsalon staat op een steenworp afstand van de vindplaats
van de kleine Antoine.
Een inmiddels al wat
oudere ex-klant herinnerde zich de kapper van ‘Gedekt?’ . De klant, toen nog
zeer jeugdig, was tijdens een knipbeurt onzedelijk betast door Lucas H. De
klant was door de kapper bij zijn kruis gevat. Dat kwam later in bedekte termen
via de rechtbankverslagen naar buiten. Veertien jaar kreeg Lucas H., die vlot
bekende.
Duus hebben we nooit meer
gezien. Hij zal wel levenslang hebben.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten