zaterdag 19 maart 2016

FIETS

Ik zit de Volkskrant te lezen, het is zaterdag  en voor die zaterdagse Volkskrant heb je eigenlijk een hele dag nodig. Eigenlijk … want het komt er nooit van om hem helemaal uit te lezen. Soms verdeel ik hem over een paar dagen maar dan nòg moet ik vaak aan het einde van de week een deel ongelezen wegdoen. Goed …  ik zit dus te lezen als er op mijn bel wordt gedrukt. Het is Hasna, mijn Afghaanse buurvrouw, 62 jaar, hoofddoekje, brilletje, tamelijk klein , dik,  breed en heel erg aardig, want ze is me al heel vaak eten wezen brengen.  Heel lekker eten.  Hasna staat vrolijk lachend te zwaaien op de galerij achter mijn keukenraam … ze heeft ook nu weer een bordje eten voor me in haar hand.  Ik zwaai glimlachend  terug en open de deur.
‘O wat heerlijk, kom je me alweer verwennen …?!’ zeg ik. Ik zie op de berg rijst een kippenpootje, een paar stronkjes bloemkool en eetlepel spinazie liggen. Hasna duwt me het bord in mijn handen en ze probeert me  met een lachend en tegelijk vragend gezicht, in haar onbegrijpelijke mengeling van Farsi en Nederlands, iets duidelijk te maken. Het enige woordje dat ik in haar hele verhaal  versta is ‘fiets’.
Ik zeg haar gelijk dat ik van mijn dokter nog  niet mag fietsen … ik wijs op mijn geblesseerde rechterarm, die arm is nog te zwak is om mee te gaan fietsen .. dat zou gevaarlijk zijn.
En weer volgt er een hele riedel van Hasna wederom met het woord ‘’fiets’ centraal en nu wijst ze met haar wijsvinger naar zichzelf. Oh, zal dat het zijn …?  Zij heeft zelf een driewieler, een grote driewieler voor volwassenen  en ik denk nu te begrijpen dat ik die driewieler van haar mag lenen. Maar ook dat kan ik nog niet met mijn gehandicapte arm.
‘Nee, nee, dat kan echt no niet,’ zeg ik. Het bordje eten zet ik even op de keukentafel.
Hasna volhardt in haar verhaal. Nu worden me er meer elementen duidelijk. Ik hoor haar zeggen ‘zoon’ en ‘één maand’ en weer ‘fiets’. Ik kan daar toch ook niet direct chocola van maken. Dan heeft ze plotseling genoeg van mijn onbegrip, duwt me zachtaardig doch resoluut opzij en  loopt brutaalweg mijn woonkamer in en stapt meteen op mijn hometrainer af. Hasna doet een poging het ding op te tillen maar die is veel te zwaar voor haar alleen.  
 ‘Ik dik … ik fietsen thuis …   zoon kopen fiets … één maand,’ zegt ze en kijkt me vragend aan. Nu pas begrijp ik haar verhaal. Ze wil mijn hometrainer voor een maandje lenen, tot haar zoon er een voor haar gekocht heeft.  Helaas moet ik haar teleurstellen. Ik gebruik die hometrainer zelf iedere dag,  omdat ik anders dichtslib. ‘Maar,’ zeg ik, ’je mag hier wel  elke dag komen fietsen, hoor,  als je wilt.’ Hasna verstaat kennelijk het Nederlands beter dan dat ze het spreekt want ze moet hard om mijn voorstel lachen. ‘Nee, nee,’ zegt ze en ze gaat in het haar typerende schommelende loopje weer naar buiten. Ik excuseer me nog dat ik de hometrainer echt zelf nodig heb. Maar dat begrijpt ze wel. Ze wijst nog naar het bordje eten op de keukentafel en zegt: ’Eten ….eten …lekker warm.’
‘Ja, lekker, nog bedankt, hè,Hasna.‘


Ik duik weer snel in de Volkskrant. Alleen het kippenpootje eet ik op … lekker. De rest van dat eten heb ik in de wc geflikkerd. Ik houd niet zo van de combinatie bloemkool/spinazie.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten